Het was vervolgens aan het Ondernemersgremium in onze gemeente om de Raad ervan te overtuigen dat voor invoering een vrij groot draagvlak bestaat. De gemeente sluit dan vervolgens met de Stichting een overeenkomst, oftewel een convenant, en zo is er sprak van een fonds van, voor en door ondernemers.
Een belangrijke vraag die de gemeente zich moet stellen, wanneer er extra belasting geheven wordt van een specifieke groep, met een beoogd specifiek doel, is in hoeverre er sprake is van voldoende draagvlak.
Bij de voormalige BIZ-en (Bedrijven Investering Zones) in Bolsward en Sneek moest men dit aantonen middels een handtekeningenlijst en moest daarbij een aantoonbare hoge score worden behaald. Bij het instellen van een Ondernemersfonds ligt de lat wat lager namelijk de Raad moet het gevoel hebben dat er sprake is van een voldoende draagvlak en daarvoor heeft de Stichting Ondernemersfederatie SWF het nodige werk verricht.
Dat er van een vrij groot draagvlak sprake is, is voor een aanzienlijk deel al een feit omdat ondernemers en winkeliers in Bolsward en voor een groot deel van de winkeliers in Sneek, nu reeds de goed functionerende BIZ-en hebben en deze komen te vervallen bij het instellen van het Ondernemersfonds. Daarnaast is het zo dat de bestedingsmogelijkheden van een BIZ beperkt is (kaders zijn :schoon, heel en veilig) terwijl deze bij een Fonds in feite onbeperkt zijn.
In
onze bijdrage in de Commissie B & F hadden wij aangegeven dat de legitimiteit
van invoering, afhankelijk is van het draagvlak en daarnaast een goede retributieregeling.
De
Ondernemersfederatie heeft deze voorwaarde in het voortraject ook duidelijk onderkend
en heeft ook aangegeven dat er sprake is en zal zijn van een “ruimhartig”
retributierecht.
Vlak
voor de eindfase van het voortraject is er zelfs toegezegd dat er voor regio’s die
op dit moment nog geen heil zien in een Ondernemersfonds ook een retributierecht
van toepassing zal zijn zo men dat wil.
Kort
gezegd als ondernemers -zoals bijvoorbeeld in Blauwhuis of in Workum- die bijna
unaniem tegen zijn, een beroep doen op het zgn. retributierecht dan krijgt men het
geld terug.
Het
voorstel voldeed hiermee voor wat onze fractie betreft, aan de twee voor ons zelf
gestelde criteria nl:
1. Draagvlak
2. Voor zover dit draagvlak in bepaalde regio’s niet of nog onvoldoende aanwezig is een prima geregeld retributierecht.
Onze fractie is tot slot nog even ingegaan op de inhoudingen voor zover men NIET gebruik gaat maken van het retributierecht. Een klein deel (6%) is bedoeld voor de uitvoeringskosten en daarnaast een -naar ons oordeel- (te) klein deel (9%) voor een modern eigentijds ingericht promotiefonds voor ons hele gebied.
Naar
onze mening is de welvarendheid van onze gehele regio (inclusief overigens ook onze
buurgemeente de Fryske Marren) voor een groot deel direct dan wel indirect afhankelijk
van de toeristische sector.
Dat aan de promotie van onze Provincie al jaren het één en ander schort is voldoende bekend. De oproep van de VVD is dan ook aan de Raad en het college, zorg ervoor dat we tezamen met de Toeristische sector onze regio juist op het gebied van de Promotie, voorlopers gaan worden.
het evaluatiemoment komt al na de zomer 2018. Als de Stichting niet voldoet aan de zelf voorgestelde en dus afgesproken criteria kan de Raad voor het vervolg alsdan haar medewerking intrekken.