Het was een experiment. Eerst een
voorontwerp waarop iedere inwoner een reactie kon geven en dan pas het ontwerp
bestemmingsplan.
152 Reacties gebundeld in de reactienota
en voorzien van een antwoord door het college werden aan de commissie DSO
voorgelegd ter vaststelling. Twee inspreekavonden volgden voor de
commissiebehandeling in DSO.
Conclusie inspraakavonden: De
insprekers maar ook de commissieleden DSO waren niet tevreden over de
beantwoording van de reactienota door het college en wilden deze niet
vaststellen.
DSO vroeg een maand uitstel van
behandeling.
DSO heeft een avond belegd waarin
iedere fractie vragen kon stellen naar aanleiding van de insprekers van de
reactienota. In de antwoorden werd steeds
terugverwezen naar de uitgangspuntennotitie Buitengebied SWF 2012. Deze nota
gaf geen ruimte voor meer soepelheid.
Wat doe je dan? De reactienota
amenderen of de uitgangspuntennotitie 2012 bijstellen? De commissie DSO heeft tot het laatste
besloten want de reactienota amenderen was onbegonnen werk en bijkomend dan
waren de uitgangspunten nog niet bijgesteld; niet voor dit bestemmingsplan
Wûnseradiel, Sneek en Nijefurd maar ook niet voor de volgende
bestemmingsplannen Wymbrits, Bolsward, Boarnsterhim en Littenseradiel.
De VVD heeft het initiatief genomen
om een gezamenlijk amendement op de uitgangspuntennotitie op te stellen waarin
een meerderheid van de raad zich kon vinden. Raadsbreed zijn in een keer een
stuk of 15 amendementen afgehamerd.
Door deze amendementen zijn de
uitgangspunten zodanig ruim dat er een flexibel bestemmingsplan gemaakt kan
worden. Naar aanleiding hiervan wordt de reactienota bijgesteld.
Ik heb in mijn bijdrage de
wethouder er nog een keer op gewezen om het ontwerp bestemmingsplan niet dicht
te timmeren door overal percentages,
hoeveelheden en voorwaarden aan te koppelen. Elke aanvraag is anders, elke
ruimte is anders. Een bestemmingsplan wordt vastgesteld voor 10 jaar en dat
vraagt dus om flexibiliteit.
Nog voor de verkiezingen in
november wil deze raad het bestemmingsplan.
Recreatie
Een aantal insprekers
gaf aan niet uit de voeten te kunnen met het huidige recreatiebeleid van onze
gemeente. Boerencampings die uitgegroeid zijn tot reguliere campings krijgen
geen vergunning omdat de verordening Romte van de provincie alleen grotere
campings toestaat die tegen een kern aanliggen of in een recreatiegebied
liggen. Alle partijen hebben zich uitgesproken in een motie om bij de provincie
aan te dringen op een soepeler beleid. Recreatie is naast de landbouw een van
de peilers waar SWF op drijft.
Communicatie
Uit de reactienota
bleek dat de agrarische bestemming van boerderijen afgehaald was zonder overleg
met de betreffende eigenaar. Uit vliegtuigbeelden bleek dat er geen mestopslag
of kuilopslag meer aanwezig was. Deze manier van communiceren stelde de raad
niet op prijs. In een motie is het college opgedragen om in het vervolg in
overleg te treden met de eigenaar.
Belangrijke punten uit de
uitgangspuntennotitie Buitengebied Súdwest-Fryslân
De gemeente
Súdwest- Fryslân wil de landbouw ontwikkelingsmogelijkheden bieden, maar wil
tegelijkertijd aandacht besteden aan het behoud en versterking van het
landschappelijke karakter en de daarbij horende landschapswaarden van het
buitengebied.
Grondgebonden
agrarische bedrijven hebben een denkbeeldige rechthoek van maximaal 2 ha
waarbinnen de bebouwing gerealiseerd moet worden (bij recht tot 1,5 ha en met
een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid tot 2 ha). Boven de 2 ha. (tot maximaal
3 ha.) wordt uitgegaan van het opnemen van een bouwvlak op de verbeelding
waarbinnen de bebouwing mag worden gerealiseerd. Dit om te voorkomen dat de
erven gigantisch gaan uitdijen in diverse richtingen. Voor uitbreidingen boven
de 2 ha. dient een partiële herziening (wijziging) van het bestemmingsplan te
worden gevraagd.
Niet
grondgebonden intensieve veehouderij.
Bij bestaande niet-grondgebonden bedrijven wordt uitgegaan van een maximale bebouwingsmogelijkheid van 1,5 ha tenzij de oppervlakte reeds meer is dan 1,5 ha. In dat geval wordt uitgegaan van de vergunde situatie. Daarnaast zal een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid worden opgenomen om nog eens 10% extra bebouwing toe te staan boven wat bij recht is toegestaan. Dit uit oogpunt van dierwelzijn. Maar het aantal dieren mag niet toenemen.
Er
is op ons voorstel een hoofdstuk aan toegevoegd: Gemengde bedrijven
Gemengde bedrijven
Hier
en daar komen gemengde bedrijven (akkerbouw/intensieve veehouderij;
melkveehouderij/intensieve veehouderij) voor. In die gevallen is voor de
toekenning van de maatvoering van het bouwperceel bepalend wat de hoofdtak is.
Als
de intensieve tak de hoofdactiviteit is, mag het bouwperceel maximaal 1,5 ha
bedragen. Als de melkveehouderij/akkerbouw de hoofdactiviteiten is, kan het
bouwperceel maximaal naar 3 ha groeien. Alleen voor dierenwelzijn is bij
intensieve veehouderij een uitbreidingsmogelijkeid van 10% toegestaan wanneer een bedrijf al op 1,5 ha
zit. Maar het aantal dieren mag niet toenemen.
Ook
als er sprake is zoals een enkele keer voorkomt van twee (vrijwel) gelijkwaardige hoofdactiviteiten, is
een groei naar 3 ha mogelijk. In dat geval kan het intensieve bedrijfsonderdeel
nooit meer dan tot 1,5 ha ruimtebeslag innemen. In deze gevallen zal maatwerk
worden geleverd in de vorm van een partiële herziening van het bestemmingsplan.
Deze laatste alinea is op
voorstel van de VVD toegevoegd. De VVD wilde nog wel verder gaan, namenlijk:
Wanneer de grondbebonden tak niet de hoofdtak is mag deze toch uitgroeien naar
1,5 ha. Totaal mag het niet groter zijn dan 3 ha. In het vooroverleg bleek dat
dit het niet zou halen en ook de verordening Romte geeft hier geen ruimte voor.
Een
meerderheid was er ook voor om de goothoogte van een agrarisch bedrijf een maximum van 5 meter toe te staan.
We
hebben ook gepleit om ruimer om te gaan met een neventak bij een agrarisch
bedrijf. De verkoop van streekproducten, zijn streekproducten en niet alleen
producten van eigen bedrijf.
Hetzelfde
geldt voor leegkomende boerderijen. Te vaak staat hier niet meer dan ..
recreatie appartementen of .. woningen. Laat het aantal los en lever maatwerk
vinden wij.
We
zullen bij het ontwerp bestemmingsplan zien of die ruimte er ook werkelijk
ingekomen is.