Provincie: Financiële positie gemeente SWF 'zeer kwetsbaar'. Accountant: Financiën SWF kennen 'hoog risicoprofiel'

Voorafgaand aan de behandeling van de jaarrekening zijn er door ons maar ook door andere partijen diverse technische vragen gesteld en daarop zijn voornamelijk ook schriftelijke antwoorden verkregen. Bij de behandeling in de Raad hebben wij ons dan ook vooral gefocust op bestuurlijke zaken.

Zo wordt er o.a. een positief rekeningoverschot gepresenteerd van € 900 K en dat “lijkt” gunstig. Maar wat is daarvan samengevat de achterliggende werkelijkheid.

In de eerste plaats zijn er ten opzicht van de oorspronkelijke begroting 2015 (het uitvoeringskader) hier en daar wat zaken niet uitgevoerd en dat is natuurlijk formeel niet de bedoeling, maar komt het college nu wel goed uit.

Een analyse leert dat onze gemeente ruwweg € 5.6 miljoen heeft geplust op het Sociaal Domein en dat er nogmaals ca. € 6.5 miljoen is afgeboekt op grondposities. Het ziet er naar uit dat we dit voordeel zeker niet weer hebben in de komende jaren, dus was het incidenteel. Namens de fractie heb ik in vervolg op die afboekingen op de grondposities ook gezegd dat, als de tekenen niet bedriegen -maar dit college heeft positiviteit meer dan realiteit tot kunst verheven- we v.w.b. het grondbedrijf zo langzamerhand uit een enorm dal aan het klauteren zijn. De verliezen en verwachte verliezen zijn nu min of meer “afgedekt”.

  

Onze vraag was vervolgens: Waar liggen onze kwetsbaarheden ?

Onze (interne) organisatie is voor wat betreft de dienstverlening kennelijk opnieuw onderwerp van onderzoek er zitten daar kennelijk nog steeds een aantal knelpunten die ondanks eerder doorgevoerde wijzigingen qua structuur en qua samenstelling kennelijk nog steeds niet aan de verwachtingen voldoet, zo luidt onze conclusie welke wij uit verschillende stukken maar ook in praktijk casussen ervaren.

De fractie van de VVD maakt zich dan ook nog steeds zorgen over de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers. Veel en waarschijnlijk het meeste gaat wel goed maar ons bereiken ook steeds weer zaken waarvan je zegt: Hoe is het mogelijk dat …….

 

Vraag aan het college is dan ook: hoeveel rek en spankracht zit er, met het perspectief van de komende herindeling, de vernieuwbouw van het gemeentekantoor, de beoogde krimp van onze organisatie en de kwaliteitsdruk nog in onze ambtelijke organisatie ?

 

Zorgpunt -wat onze fractie betreft- zijn ook de onzekerheden in de kosten van het Sociaal Domein (vroeger genoemd: Sociale Zaken) voor de komende jaren. In 2015 hebben we op dit Domein geld overgehouden. Momenteel schuift het Rijk onder druk van de 2e Kamer incidenteel af en toe nog steeds wat geld bij, zowel in 2015 als in 2016 dus maar of dat straks ook nog steeds gebeurd is allerminst zeker en moeten we onze eigen broek dus kunnen ophouden.

 

Ook zien wij nog steeds geen kans om structureel voldoende middelen beschikbaar te hebben voor het onderhoud van onze kapitaalgoederen.

De onder dekking bij dit ook zeer belangrijke onderdeel bedraagt structureel circa € 5 miljoen. Met incidentele middelen is ook in 2015 hier en daar gelukkig wat “bij gelapt”  

 

Vraag van ons was naar het einde van mijn betoog:

Hoe beoordeelt de VVD fractie nu -na het hiervoor gaande gezegd te hebben- de algehele financiële positie van onze gemeente ?

Balans technisch beoordeeld, bij een balanstotaal van ruim € 300 miljoen en met een AR van € 7 miljoen welke ook als minimaal benodigd weerstandsvermogen zou moeten gelden, is die als zeer matig te noemen. We beschikken weliswaar over een forse pot bestemmingsreserves namelijk € 52 miljoen, maar zoals gezegd,  die zijn al bestemd.

Je zou als je daar de stofkam er doorheen haalt bepaalde eerder gemaakte keuzes kunnen wijzigen en dan is er zo hier en daar nog wat vrijspelen.

 

Wat is het oordeel van onze toezichthouder, de Provincie en de accountant over onze financiële positie. De Provincie zegt daarover dat de financiële positie van onze gemeente zeer kwetsbaar is en de accountant geeft aan dat het risicoprofiel van onze gemeente hoog is en het Vermogen om financiële tegenvallers op te vangen gering is.

 

Wij hebben dan ook aan de wethouder gevraagd of hij met ons van mening was dat onze gemeente -gelezen het oordeel van onze toezichthouders- zich de komende tijd geen grote financiële avonturen meer kan veroorloven en dat één van de speerpunten ook zal moeten zijn onze reservepositie te versterken ? 

 

Tot slot heb ik ons “stokpaardje” weer ten tonele gevoerd n.l. ons weerstandsvermogen.

Het mag bekend zijn dat wij dit al een paar jaar als te laag beoordelen waarbij wij kritiek hebben op de variabelen en de daaraan gekoppelde gewichten welke tot een te lage uitkomst leiden.